Groeifactoren voor projecten, innovatie en transities

Innovatie, vernieuwing en verbetering is onder andere georganiseerd in projecten. Maatschappelijke transities ontstaan vanuit experimenten in projectvorm. Welke factoren bepalen of het idee kan uitgroeien tot een uitkomst met meerwaarde voor de omgeving en onze planeet? Het mislukken van projecten wordt vaak toegeschreven aan slordigheden of fouten op het vlak van projectbeheersing en besturing. Dat is mogelijk terecht, maar het is maar net hoe we er naar kijken. Zien we een project als een object of ook als een organisch geheel?  Of om een metafoor te gebruiken: Zien we projecten als een stapel planken of als een bos met bomen?

iStock_000012837728Medium
Looking up at a dense Sequoia forest

Onze  perceptie bepaalt onze aandacht

Zien we structuur, processen en informatie?

Of voelen we het geheel en de onderlinge relaties?

Succes of groei?

Wanneer we een project zien als een organisch geheel beseffen we ineens dat succes en falen alleen in onze gedachten bestaat. In essentie gaat het veel meer om termen zoals verval en groei. Verval betekent dat het idee niet levensvatbaar is en van het sociale toneel verdwijnt. Groei betekent dat we samen iets laten ontstaan. Onderstaande groeifactoren zijn gerelateerd aan ons sociale gedrag. Het gaat om persoonlijke beleving, beelden en aandacht. Het is een zoektocht van binnenuit. Individueel en met elkaar. De zeven groeifactoren zijn ontstaan vanuit de dagelijkse praktijk. Elke  factor is geformuleerd als een vraag met korte toelichting. Om de nieuwsgierigheid te prikkelen en de dialoog aan te gaan.

Hoe maken we een collectieve context die natuurlijke groei mogelijk maakt?

De context van een project is alles wat ervoor zorgt dat we vanuit samenhang werken. Voor de één is dat planning, structuur, informatie en besturing. Voor de ander gaat het misschien veel meer over beeldvorming, sfeer en cultuur. In beide gevallen is het belangrijk om een gedeelde en deels ook georganiseerde context te hebben. Wat we soms vergeten is dat iedereen een ander intern beeld en interne beleving heeft van zijn of haar context. In een georganiseerde context ervaren alle betrokkenen deze onderstroom als een samenhangend iets. Door die samenhang is er stabiliteit en een focus voor de beoogde uitkomst en de gezamenlijke weg ernaartoe.

Hoe verhogen we de onderlinge wisselwerking met onze communicatie?

Communicatie tussen mensen is pas echt succesvol als daardoor meer gemeenschappelijke betekenis ontstaat. Tijdsdruk, stress of overbelasting vermindert de kwaliteit van onderlinge communicatie. De kwaliteit neemt toe wanneer we ons als mens energiek voelen en nieuwe informatie of belevingen beter plaatsen. Daardoor reageren we beter op de nieuwe dynamiek in onze omgeving. We leren makkelijker, beter en dieper. Wanneer we tevens in de interactie met anderen ons beter kunnen inleven, meer kunnen inspireren en onze kennis en ervaring beter kunnen overdragen, dan heeft dat ook een positief effect op de onderlinge wisselwerking en energie.

Hoe zorgen we dat we ‘het’ samen meemaken?

Een project is per definitie iets wat je samen doet. De meest genoemde klacht is het gevoel dat individuele belangen het collectieve belang overschaduwen en de aandacht afleiden van datgene waar het echt om gaat. We ervaren dat velen zich afsluiten of de strijd aangaan om het individuele belang zeker te stellen. Het gevolg is minder betrokkenheid en minder collectieve inspiratie. Wat zou er mogelijk zijn als iedereen zou handelen vanuit een authentieke houding en aandacht? Als we gedrag vertonen dat zowel een meerwaarde heeft voor onszelf als voor het grotere geheel? Bij dit authentiek handelen gaat het om een kwaliteit van aanwezig zijn en een kwaliteit van interactie.

Hoe leveren we vanuit collectieve kracht een bijdrage aan het geheel?

Projecten mislukken of vertragen door oppervlakkige samenwerking. We schakelen met elkaar zonder onderliggende problemen aan te pakken en zonder elkaars kwaliteiten optimaal te benutten. Wat natuurlijk ook een rol speelt is dat we weinig tijd hebben, soms aan meerdere projecten werken, elke keer met andere spelers te maken hebben en elkaar op afstand of via sociale media ontmoeten. Juist daarom is het belangrijk om in korte tijd een diepere samenwerking met elkaar aan te gaan. Dit is een manier van samenwerken waarbij we elkaar aanvoelen, begrijpen en inspireren. We weten wat de ander belangrijk vindt en goed kan. Daardoor beïnvloeden we elkaar in positieve zin en is er een moeiteloze stroom van informatie en kennis.

Hoe kunnen we lerend werken en werkend leren?

Een project is altijd een reis door onbekend gebied. Het individuele en collectieve leervermogen bepaalt het succes. Dit leervermogen is in veel projecten te beperkt waardoor uiteindelijk de creativiteit en het anticiperend vermogen van zowel de individuele betrokkenen als van de hele groep afneemt. In feite hebben we in projecten drie leerproblemen aan te pakken: Hoe kunnen we onze eigen kennis en ervaring beter inzetten in het hier en nu? Hoe kunnen we op een dieper niveau leren om onderliggende patronen te veranderen? Hoe kunnen we beter leren van elkaar? Wanneer het lukt om op al deze gebieden vooruitgang te boeken zal de kennisoverdracht en daarmee de wisselwerking sterk verbeteren.

Hoe kunnen we samen zodanig leiden dat we in beweging blijven?

In essentie is leiderschap mensen en zaken in beweging brengen en houden. Projecten lopen vast doordat dit niet of onvoldoende lukt. Er kunnen verschillende oorzaken zijn, maar in alle gevallen is er een verband met de mate waarin de leider of leiders de aandacht van de betrokkenen kunnen richten en vasthouden. De wereld verandert, wij veranderen en daarmee krijgt ook leiderschap een andere dimensie. Onder de noemer gedeeld leiderschap of verbindend leiderschap zoeken we manieren om te leiden vanuit verbinding, vanuit diepere drijfveren en vanuit het grotere geheel. We hebben het hier niet meer over een positie, functie of rol. Het gaat veel meer over het werkwoord leiden. Om aan te geven dat het een vaardigheid en bezieling is die iedereen kan hebben.

Hoe zorgen we voor voldoende energie in een project?

Vraag projectleiders waar ze wakker van liggen en meestal noemen ze het gebrek aan mensen, middelen en tijd. Vraag het de mensen en het antwoord is gebrek aan tijd en energie. We lijken moeite te hebben om de sociale energie te mobiliseren, zodat iedereen er de schouders onder zet. Zitten we misschien vast in oude patronen en de waan van de dag? Bij duurzaam veranderen is de vooronderstelling dat uitkomsten eerder vanzelf en vanuit het geheel ontstaan als er voldoende energie is en deze energie in een bepaalde context gericht wordt. Dit kan alleen als we de in het vertrekpunt genoemde uitdagingen aangaan door te experimenteren met de veranderingen die nodig zijn bij onszelf, in projecten en in de organisatie. Mogelijk vinden we geen volledige antwoorden, maar leren we op een dieper niveau en maken we daardoor een transformatie mee in het werk.

Twee zienswijzen combineren

Iedereen heeft zijn eigen perceptie en daarmee kaart van het gebied. Door dat te beseffen kunnen we anders in het werk staan. In plaats van te strijden over de waarheid of de enige juiste manier gaat het er veel meer om dat we beelden en gevoelens delen. Zodat er een wisselwerking ontstaat. De gestructureerde, logische en rationele perceptie is van belang. Net zoals de meer organische, associatieve en emotionele. Juist de combinatie van deze twee zienswijzen brengt ons verder. Er is geen goed of fout. Alleen maar meerwaarde als we het combineren. Planken en bomen.

Meer informatie

thumb-energie-door-wisselwerking

 Download artikel

Dit blogartikel schreef ik in 2013 na de uitgave van het boek energie door wisselwerking. Sinds 2016 is er de Ruysdael team app om deze succesfactoren inzichtelijk te maken. In de periode van 2013 tot en met 2019 heb ik verschillende praktijkonderzoeken afgerond waarin ik de verschillende aspecten van bovenstaande groeifactoren belicht.

Meest gelezen artikelen