Oplijnen is voor velen een vaag werkwoord
Onlangs vroeg iemand in een werkbijeenkomst wat ik bedoelde met het woord ‘oplijnen’. Door de vraag beseften we dat het werkwoord te vaag is om te gebruiken in rolbeschrijvingen, afspraken of werkinstructies. Even ter achtergrond: Mijn professionele carriere begon in een internationale omgeving waar het woord ‘allignment’ in allerlei contexten gebruikt werd. Doordat ik in mijn werk voor een groot deel in het engels denk, associeer ik oplijnen met het woord ‘alignment. In technische zin betekent het letterlijk dat alles ‘recht’ of ‘op een lijn staan’ zoals bij de wielen van een auto. Iedereen weet dat als de wielen van een auto niet op een lijn zitten, de auto dan slechter bestuurbaar is en het meer energie kost om van A naar B te komen. In de sociale of relationele context heeft oplijnen veel meer te maken met het hebben van een gezamenlijke richting (clear line of sight) , het werken vanuit een gezamenlijk samenhang (collaborative context) en het balanceren tussen verschillende waarden en opvattingen.
Samen impact hebben
Overal waar we een samen een ambitie, doel of uitkomst nastreven zal de mate van succes afhangen van de kwaliteit van onze interactie. Het gedrag in die interactie is voor een groot deel bepaald door onze beeldvorming. Wanneer we beelden, kennis en belevingen met elkaar uitwisselen vinden we ook eerder gemeenschappelijke richting en samenhang. Daardoor zijn we beter we afgestemd in wat we doen.. Dat verhoogt de kans dat we energiek en in de flow samenwerken. Een klein team heeft eerder samen impact dan bijvoorbeeld een verzameling van organisaties. Oplijnen bij een solar race in Australie is, hoe bijzonder het is, toch nog eenvoudiger dan het oplijnen van partijen in de Energietransitie. De wetmatigheden blijven echter hetzelfde: het hebben van een gedeelde context en een kwaliteit van interactie.

Hoe werkt dat in de natuur?
Dolfijnen en vast ook nog andere dieren werken samen bij het jagen. De interactie is, voor zover ik dat als mens kan begrijpen, gebaseerd op een ‘field flow’. Dat betekent dat de dolfijnen ‘getuned’ zijn op de omgeving, op zichzelf en op de onderlinge interactie. In de menselijke perceptie en taal lijkt dat op ‘triple focus’. Het is als bekend en bewezen dat de dolfijnen ‘iets’ uitwisselen met elkaar. Mijn beleving is dat ze daardoor samenhang ervaren en een richting hebben, bijvoorbeeld richting de prooi. De impact die ze hebben is op zichzelf gericht (voeding) maar heeft onbedoeld misschien, ook effect op de voedselketen. Kort gezegd: door een goede interactie en een gedeelde context overleven de dolfijnen.
