Veerkracht draait om ruimte. De fysieke ruimte, maar ook de mentale en sociale ruimte die je jezelf geeft. Hoe ga je om met te veel of te weinig ruimte op het werk? Onderstaand twee voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Wegwerken van achterstand
Onlangs had ik een rol in een verandertraject bij een klant. Naast verbetering van werkprocessen en samenwerking ging het ook over het effect van digitaal werken. Ik had de dag ervoor een samenwerkingsbijeenkomst geobserveerd en het viel mij op hoe hoog de persoonlijke spanningen waren. Voor een deel lagen de oorzaken op het vlak van de werkdruk en de ‘schotten’ tussen de verschillende afdelingen. Voor een ander deel gewoon in het omringende ecosysteem van belangen. De bottom line uit een gesprek dat ik voerde met de hele groep was: “ Door het vele werk en overleggen, kunnen we niet meer in scenario’s of opties denken. Het enige waar we mee bezig zijn is zo snel mogelijk alles wegwerken”. Na deze bijeenkomst rende iedereen weer naar een volgende gebeurtenis. De volgende groep stond alweer te wachten om de f fysieke vergaderruimte in gebruik te nemen. De enige afgesloten kamer op de hele verdieping.
Ongezonde balans of veerkracht?
Het andere voorbeeld gaat over een deelnemer uit diezelfde groep. Die avond werkte ik zelf door. Een voordeel van digitaal en thuiswerken is dat je zelf je tijd kunt indelen. Toch? Paste ook wel goed bij de bezigheden van de andere familieleden. Door op deze avond te werken had ik de volgende ochtend ruimte om te sporten. Iedereen blij. Wat me opviel is dat er die avond heel wat mailtjes binnenkwamen van die deelnemer, die de dag voor zijn vakantie alles goed wilde achterlaten. Het bleef maar doorgaan tot laat op de avond. Het laatste mailtje eindigde met de tekst: ‘ ik bel je morgen vanaf schiphol nog wel even om de laatste stand door te praten”. Wat zou het thuisfront daar meemaken dacht ik. Ik heb gereageerd met ” fijne vakantie en ik hoop je morgen niet te spreken”.
Heb jij te weinig ruimte?
Wat haal ik uit deze twee voorbeelden?
- Ten eerste dat we op het werk te weinig ruimte ervaren. We noemen het werkdruk of waan van de dag. Waar het eigenijk om draait is dat we een onderdeel zijn van een groter geheel, het omringende ecosysteem. We hebben moeite om de grote hoeveelheid impulsen uit die omgeving te verwerken en daardoor neemt onze vitaliteit af.
- Ten tweede dat de persoon uit het voorbeeld moeilijk met de ruimte in de prive-tijd kan omgaan of in ieder geval daarin een paar mogelijk ongezonde keuzes maakt.
Er zijn, reflecterend op deze voorbeelden, een paar dingen die we individueel en collectief te leren hebben om gezonder in de ‘ruimte’ van het digitale werken te staan.
- Op het werk meer energie steken in het creëren van een collectieve context, zodat we beter de werkstromen vanuit het omringende ecosysteem kunnen prioriteren;
- In het werk meer aandacht geven aan het optiedenken. Als we namelijk meer opties en alternatieve handelingsperspectieven ervaren, zal dat effect hebben op het gevoel van beheersing en het maakt ons gezamenlijk ook vitaler, creatiever en meer flexibel;
- In de priveruimte thuis (is die er eigenlijk nog wel?) beter en meer keuzes maken vanuit het perspectief gezondheid in de meeste ruime betekenis van het woord.